Fragment uit 'De Erfenis van Oom Blaaskaak'

Een terreinwagen en een achtervolging

 

 

Het bleef lange tijd stil. Daneel huiverde toen de hele nacht zich opnieuw voor zijn ogen afspeelde. Maar hij voelde zich vooral opgelucht. Omdat hij het had verteld. Aan de enige waaraan hij het kon vertellen.

'Dat verklaart nogal wat,' zei Toni zacht.

'Twee uur lang is dat spul op zijn schouders gelekt. Nu heeft Joris een ziekte die zijn lichaam vanbinnen vernietigt! Volgens de dokter is het een ziekte die enkele jaren sluimert en dan de kop opsteekt. Het voorval met de vrachtwagen is twee jaar oud. Dat kan geen toeval zijn!'

“Waarom niet? De wereld hangt aan elkaar van het toeval.'

'Kom op! Dat spul is in zijn lichaam binnengedrongen en nu neemt het wraak.'

“Dus Brach haat jou omdat je hem verraden hebt en Joris is ziek omdat jij hem in de steek gelaten hebt.'

Uit Toni's mond klonk het als een veroordeling. Haar stem ging als een zweepslag door hem heen. Wat ze zei was waar.

“Onzin, Daneel,' zei ze ferm. Bemoedigend trok ze hem dichter tegen zich aan. Nog dichter graag, dacht Daneel. Zo dicht, dat zijn wang heel even tegen de zijne kwam. Oom Patrick had gelijk. Meisjes waren écht een paar graden warmer. En zacht. En ze rook heerlijk. Het was een ogenblik dat hij voor altijd wilde bewaren.

'Onzin,' herhaalde ze, en wekte hem uit zijn droom. 'Zet die schuldgevoelens van je af. Brach heeft zichzelf verraden. Je hebt hem zelfs proberen te helpen. Je bent hem niets schuldig. De hele zaak is zijn eigen stomme schuld. En wat Joris betreft: zelfs al heb je gelijk over zijn ziekte, dan nog kun je er niets aan doen. Wat je zei was juist: De Raptors hebben het zichzelf aangedaan. Joris incluis.'

'Wat ik niet begrijp,' zei Toni even later, 'is waarom Joris geen hulp heeft gezocht. Hij weet evenveel als jij.'

'Tuurlijk. Maar een week later was hij weer helemaal in orde. Hij wilde niet dat ik met iemand over die nacht sprak. Ik moest het zweren.'

“Dan heb je nu je belofte gebroken.' Toni knipoogde naar hem. 'Laat maar, ik zal het heus niet verder vertellen.'

'Weet je waar ik me echt schuldig over voel?'

'Nee.'

“Die vrachtwagen. Die vaten met gif. Hoe dikwijls raast er hier zo'n moordwagen voorbij zonder dat wij het weten? Hoeveel andere mensen zijn erdoor besmet geraakt? Dat vat was lek. Wie heeft het nog op zich gekregen? Ik had het wél moeten vertellen, Toni. Ik had alarm moeten slaan.'

'En wie zou je geloofd hebben? Niemand. Dat wist Joris ook wel.'

'Maar twee jaar later is hij ziek.'

'En wij gaan hem helpen!' zei Toni opgewekt. Ze stond op en stak haar hand naar hem uit om hem overeind te trekken. Toen hij haar beetpakte, sprong weer die vonk over. Verdomme, waarom zat die Snoefkop tussen hen in? Ze paste gewoon niet bij hem! Een afgedankte macho clown met een 24-karaats parel van een meisje...

Bij de zijgevel van het huis van Juffrouw Dwaas bleven ze abrupt staan. Wat was dat lawaai? Het leek wel alsof iemand de deur met een voorhamer bewerkte. Daneel gluurde voorzichtig om de hoek. Gero Fimmers stond in de voortuin en bombardeerde de deur met zijn vuist. Zijn bulderstem kwam er gezwind achteraan. 'Ik weet dat u daar bent! Maak open!'

Daneel haalde zijn neus op.

'Wat is er?' vroeg Toni.

'Gero Fimmers,' zei Daneel. 'Wat heeft die bij het huis van Juffrouw Dwaas te zoeken?'

'Fimmers? Is dat niet die vent van Monumentendinges? Heeft die zo'n terreinwagen?'

'Precies.'

'Hij reed me op de holle weg bijna omver, toen ik op weg was naar jullie.'

Gero vloekte nog een paar keer, stapte toen in zijn auto en vertrok. Net op dat ogenblik kwam een bestelwagen naast Daneel en Toni tot stilstand in een wolk van stof en dieselroet. Walter. Daneel en Toni keken elkaar aan. Daar had je die blik van verstandhouding weer. Ze hoefden niets te zeggen tegen elkaar. Ze knikten en sprongen naast Walter in de bestelwagen.

'Wat staan jullie hier te lummelen?' vroeg Walter. 'Ik dacht dat jullie allang thuis waren!'

'Walter,' zei Toni geduldig. 'Help je ons even?'

'Ik was net op weg naar mijn avondmaal.'

'Maak dan maar even een ommetje,' zei Daneel. Hij voelde zich als een held toen hij het grootste cliché uit de filmwereld op Walter losliet. 'Volg die wagen!'